Vogel en Koe |  Kijk en lees meer...


Vogel en Koe

De avonturen van Vogel en Koe 

Deze tedere en eenvoudige prentenboekjes, heb ik geschreven voor de allerkleinsten. Met rustig herhalende zinnen en een vleugje humor nemen ze jonge kinderen mee in verhalen over wachten, verwondering, onverwachte ontmoetingen en vriendschap tussen een klein vogeltje en een grote koe. De boekjes zijn geschreven met oog voor het voorlees moment: samen lezen, kijken en voelen wat er gebeurt. Liefdevolle verhalen die aansluiten bij de belevingswereld van peuters vanaf anderhalf jaar.




Het ei

Een liefdevol prentenboek over wachten, ontdekken en een onverwachte ontmoeting.


Hoog in de boom zit Moedervogel op haar ei. Ze wacht… en wacht…

Onder de boom staat Koe, die last heeft van jeuk. En dan — Plof! — valt er ineens iets uit de boom.


Wat volgt is een verrassende eerste ontmoeting tussen een klein kuikentje en een grote koe.

Ze zijn zo anders… en toch is er meteen iets bijzonders tussen hen.


Met eenvoudige zinnen, herhaling en zachte klanken is "Het ei" een ideaal voorleesboekje voor peuters van 1,5 tot 3 jaar.

Een verhaal over nieuwsgierigheid, contact en de eerste momenten van vriendschap — perfect om samen te lezen, te kijken en te dromen.


Ik schreef dit verhaal speciaal voor het voorleesmoment: rustig, ritmisch en herkenbaar, met veel ruimte voor kijken, voelen en samen verwonderd zijn.

Bij dit boekje horen ook liedjes en filmpjes die ik maakte  om het verhaal op een speelse manier te laten voortleven. Je vindt ze hieronder.


Ik wens je veel lees-, kijk- en zingplezier!

  • Titel dia

    Inkijkexemplaar

    Knop
  • Titel dia

    pagina 1

    Knop
  • Titel dia

    pagina 2

    Knop
  • Titel dia

    pagina 3

    Knop
  • Titel dia

    pagina 4

    Knop

Liedjes en filmpjes bij het boekje "Het ei"

Het ei

Een verrassing in het gras

Wat duurt het lang, zucht

Moedervogel.

Komt het ei nog uit?


Moedervogel zit.

Ze zit op haar ei.

Het nest is hoog, boven in de boom.


Ze heeft honger

en vliegt weg,

op zoek naar een lekker hapje.


Koe staat in de wei.

Hij zwaait met zijn staart.

Er zit een vlieg op zijn kop.


Hij jaagt de vlieg weg,

maar het lukt niet.

Er komen steeds meer vliegen.


Ze gaan op de rug van Koe zitten.

Ze kriebelen.

Ze kriebelen overal.


Koe houdt niet van vliegen.

Zijn vacht jeukt.

Hij loopt naar de boom.

Hij duwt en schuurt zijn lijf ertegen.

Maar de jeuk gaat niet weg.

Hij schuurt harder en harder.


De boom begint te schudden.


Plof!

Het ei valt.

Boem! In het gras.


Koe kijkt.

Wat ligt daar?

Koe ruikt eraan.

Koe likt eraan.


Krak!

Het ei breekt.

Wat ziet Koe?


Een snaveltje...

Een wit kopje...

Twee zwarte oogjes...


En wat komt er nog meer?


Twee vleugels...

Twee pootjes...

Wat een mooi kuikentje!

Piep, piep, piep!

"Ik ben Vogel!" piept Vogel blij.


Koe kijkt verrast op.

Hij buigt zich naar het kleine vogeltje.

"Ik ben Koe," zegt hij.


Wat is Koe groot, denkt Vogel.

Wat is Vogel klein, denkt Koe.


Vogel gaapt. Ze is moe.

Daar komt Moedervogel terug.

Ze kwettert luid en blij.

Haar ei is uitgekomen!


Vogel kijkt nieuwsgierig op.

Ze piept zachtjes: "Mama..."


Moedervogel pakt Vogel op

en zet haar terug in het nest.


Vogel roept: "Dag Koe!"

"Dag Vogel!" roept Koe terug.


Vogel valt in slaap.

Ze droomt van Koe.

Zal Koe haar vriendje willen zijn?

Vogel en Koe

Boekje 2:   Koe wil vliegen    

voor kinderen van 1,5 - 3 jaar oud


Koe wil Vliegen


Koe wil vliegen



Vogel vliegt in de lucht.

Ze heeft twee sterke vleugels.


Koe is in de wei

Hij staat stevig met vier sterke poten

op de grond.


Koe ziet Vogel.

Hij roept: "Hé Vogel, is vliegen niet gevaarlijk?"


"Nee hoor, Koe.

Ik vlieg altijd."

Koe denkt, zou ik ook kunnen vliegen?


Broem, broem, broem!

Daar is de boer op zijn trekker.

Hij rijdt door het gras in de wei.


Maar de boer kijkt niet goed uit.

Krak! Het hek is stuk.


Koe loopt de wei uit.

Vogel vliegt met hem mee.


Koe loopt en loopt en loopt

met Vogel op zijn rug.

Koe is moe en denkt, ik wil vliegen!

"Kijk, Vogel! Een berg!"

zegt Koe.

Koe klimt de berg op.


Boven op de berg

kijkt Koe naar de lucht.

Hij denkt nog een keer,

Zou ik ook kunnen vliegen?


Vogel kijkt naar Koe.

Hoe zal Koe door de lucht vliegen?

Met grote, zachte koeienvleugels?


Koe rent...

En springt...

Hij spreidt zijn poten wijd uit..

Maar hij komt de lucht niet in.


Hij probeert het nog eens.

En nog eens.

En nog eens.

Maar het lukt niet.


"Vliegen is niets voor mij,"

zucht Koe.


Vogel en Koe zijn terug in de wei.



Vogel vliegt in de lucht.

Koe staat stevig op de grond.

Vogel maakt een duikeltje

en landt op Koe zijn kop.


Vogel en Koe zijn vriendjes.

In de lucht

en op de grond.




Liedjes en filmpjes bij het boekje "Vogel en Koe"

Vogel gaat op reis en volgt haar familie naar het warme Afrika.

 Onderweg maakt ze nieuwe vriendjes, ontdekt ze onbekende plekken en leert ze dat thuis het allerfijnste is.


Een lief en eenvoudig verhaal over avontuur, vriendschap en thuiskomen. Perfect voor de allerkleinsten.

met zachte woorden en speelse beelden om samen voor t lezen en van te genieten.

Vogel op reis


Koe staat in zijn wei.

Kijk! Daar is Vogel.

Ze gaat op het hek zitten.


"Hé, Koe," zegt Vogel.

"Zie je al die vogels in de lucht?

Dat is mijn familie. Ze gaan op reis naar Afrika.

Ik ga met ze mee."


"Dag, Koe."

"Dag, Vogel."


De reis begint.


Vogel vliegt achteraan.

Ze is de jongste.

Ze is de kleinste.


Vogel vliegt en vliegt.

Wat een eind vliegen.

De lucht is groot. De wind is sterk.


Ze wordt moe.

Ze raakt haar familie kwijt.


"Waar zijn ze?" fluistert Vogel.


Ze vliegt omlaag naar het riet.

Daar rust ze even uit.

Ze doet haar ogen dicht en valt in

slaap.

Ze droomt voer Koe en over de reis.

|e mist Koe.

Hij is haar vriendje.

 Vogel is zo moe.

Ze slaapt heel diep.


Gak, gak, gak.


Vogel schrikt wakker.

Een grote vogel kijkt haar aan.



"Wie ben jij?"

"Ik ben Gans," zegt hij.

"En jij?"


"Ik ben Vogel.

Ik zoek mijn familie.

Ze zijn op weg naar Afrika."


"Dat is ver," zegt Gans.


"Weet jij de weg naar Afrika?" vraagt Vogel.


"Nee," zegt Gans,

"maar misschien weet Eend het."


Kwaak, kwaak.

Daar komt Eend.

Maar ook hij weet het niet.


Aan de kant van de sloot staat een grote, witte vogel.

Wat een lange hals.

Wat een grote poten.


"Ik ben de witte zilverreiger," zegt hij.

"Zoek jij de weg naar Afrika?"


Vogel knikt.


"Ik kan je helpen," zegt de reiger vriendelijk.

"Klim maar op mijn rug."


Vogel kijkt hem even aan.

Ze voelt dat het goed is.


Samen vliegen ze verder.

Over de wei.

Over de sloot.

Over de zee.

Wat een eind vliegen.

De lucht is blauw.

Het water glinstert.


Daar is Afrika.


De zon schijnt.

De lucht is warm.


En daar — daar is haar familie!


Ze roepen.

Ze lachen.

Ze vliegen naar haar toe.


Ze eten samen.

Ze zwemmen samen.

Ze rusten samen.


Vogel groeit.

En groeit.

En groeit.


Dan is het tijd om naar huis te gaan.


Vogel vliegt over bergen.

Over stranden.

Over de zee.


Daar is de wei.

En daar is Koe.


"Hé, Vogel!" roept Koe.

"Wat ben je groot geworden!"


Vogel gaat op het hek zitten.

Ze kijkt naar Koe en denkt:

Ik ben weer thuis.


Het is al bijna donker.


Koe knikt.

"Ik heb je gemist."


Het is stil en fijn.

Vogel is blij.

Koe is ook blij.


Vogel doet haar ogen dicht.

Heel zachtjes doet ook Koe zijn ogen dicht.

Wie ben jij?


Gans


Gak, gak, gak!

Ik ben Gans.

Ik ben de wachter.

Ik woon bij de sloot.

En let goed op!


Eend


Kwaak, kwaak!

Ik ben eend.

Ik dobber op het water.

Ik spetter graag.

Zwem je mee?


Vogel


Tsjiep, tsjiep!

Ik ben Vogel

Ik vlieg hoog in de lucht.

Ik hou van reizen.

En zingen kan ik ook!


Koe


Ik ben Koe.

Ik sta in de wei.

Ik eet gras

en hou van knuffels.


Kikker


Kwak! Kwak!

Ik ben Kikker

Ik spring van blad naar blad.

Mijn poten zijn sterk.

Plons! Daar ga ik!


Pad


Plof, plof.

Ik ben Pad.

Ik loop langzaam door het gras.

Ik hou van rust.

En van een beetje modder.


Vis


Blub, blub!

Ik ben Vis.

Ik zwem diep in het water.

Ik ben stil,

maar snel!


Witte zilverreiger


Stil, stil, stap

Ik ben de Witte Zilverreiger.

Ik sta heel stil bij de sloot.

Met mijn lange snavel vang ik vis.

Ik vlieg  zachtjes verder.

Nieuwe alinea